Zowel de mondelinge “Matière de Renart” als de Latijnse tradities van dierenverhalen vormden een vergaarbekken van motieven en anekdotes die aanleiding gaven tot cyclusvorming. Van 1170 tot 1250 ontstonden 27 min of meer korte verhalen (branches), meestal anoniem, die in een grotere compilatie werden ondergebracht, bekend als de Roman de Renart. Deze werd zo populair dat het oorspronkelijke Franse woord voor vos, goupil, werd verdrongen door het tot soortnaam geworden renard.
De oudste 'branche' (met een filologisch onding aangeduid als branche II-Va) is van Pierre de Saint-Cloud, over wie we verder niets weten. Het verhaal bevat onder meer de anekdote van de vos die de raaf Tiécelin een kaas ontfutselt. Het eindigt met de verkrachting van de wolvin Hersent door Renart. Branche I gaat over het proces dat daarop volgt; het is een van de beste Franse Renartverhalen en diende tot bron voor Willem die Madoc maakte.
Veel informatie over de handschriften van de cyclus vindt men via de schitterende website van de Bibliothèque Nationale de France, o.a. bij de expositions virtuelles.