Niet alleen door Veldeke het leven van hun patroonheilige te laten schrijven heeft het Servaaskapittel geprobeerd de verering voor de Maastrichtse bisschop te doen toenemen. Ook edelsmeedkunst en architectuur werden ingezet om het prestige van de Maastrichtse bisschop te verhogen.
In de decennia voordat Veldeke ca. 1170 met zijn heiligenleven begon, had de romaanse Servaaskerk al belangrijke verbouwingen ondergaan, die nu nog haar uitzicht bepalen. Aan de oostkant was er een nieuwe apsis met dwerggalerij en flankerende koortorens en twee veelkleurige portalen gebouwd. Het imposante westwerk had een koor gekregen, een voorhof waarvan de omringende galerijen met schitterend uitgevoerde kapitelen waren versierd, en op de hoogste verdieping een, weliswaar onafgewerkte, ‘Keizerzaal’.
Terwijl Veldeke aan zijn Servaaslegende werkte, kwam er een nieuw schrijn voor de relikwieën van de heilige bisschop, de Noodkist, tot stand. Aan de zuidwestzijde van de kerk werd het prachtige ‘Bergportaal’ toegevoegd, in de toen gloednieuwe, uit Frankrijk geïmporteerde gotische stijl. In de binnenste archivolt van dit portaal werd, helemaal in de lijn van Veldekes relaas, de legendarische afstamming van Servaas uitgebeeld, die een achterneef van Christus zou zijn geweest.