In Bordewijks teksten wemelt het van de verwijzingen naar schilderijen, architectuur, teksten en films – ook in Karakter.
Soms is dat expliciet zoals bij de films die Katadreuffe, Jan Maan en zijn moeder bekijken, waaronder die van Ekk, Wertof, Room, Dzigan en de 'meesterwerken' van Eisenstein als Potemkin en De generale lijn.
Soms is het slechts een toespeling: zo valt de naam van de Romeinse geschiedschrijver Ammianus Marcellinus uit de 4e eeuw n.Chr. nergens, maar diens beschrijving van het daadkrachtige optreden van de rechter en gouverneur Leontius in Rome tijdens een oproer enerzijds en anderzijds het machtige optreden van Dreverhaven tijdens relletjes in Rotterdam vertonen nogal wat overeenkomsten.
Bordewijk zelf was zich van relaties als deze terdege bewust. Zo schreef hij in een van zijn literatuurkritieken in het Utrechts Dagblad in 1950: 'Eens heeft een beoordelaar van mijn werk de opmerking gemaakt, dat men uit het œuvre van een schrijver zijn bibliotheek zou kunnen reconstrueren. [...] de uitspraak is mij bijgebleven als origineel, intelligent en raak.' Men zou hier nog aan kunnen toevoegen: dat geldt bij Bordewijk ook voor de schilderijen, de films en de architectuur die hij heeft gezien. De bibliotheek van de 60-jarige Bordewijk is trouwens vernield bij het bombardement van het Bezuidenhout door geallieerde vliegtuigen op 3 maart 1945.