In zijn Inleiding bij Perks verzen schreef Kloos in 1882 dat voor hem waarachtige poëzie, poëzie was waarin vorm en inhoud één werden.
Een groep jonge literatoren schaarde zich achter de literatuuropvatting van Kloos en zou al snel in poëzie, proza en kritische stukken dezelfde opvattingen beginnen te verkondigen. In de literatuurgeschiedenis is deze literaire beweging later de Beweging van Tachtig genoemd.
Aangezien deze jongeren in bestaande literaire tijdschriften geen of nauwelijks gehoor kregen, richtten ze in 1885 hun eigen tijdschrift De Nieuwe Gids op. De Amsterdamse uitgever Willem Versluys verklaarde zich bereid het uit te geven en Kloos, Albert Verwey, Frank van der Goes, Frederik van Eeden en Willem Paap engageerden zich als redacteuren. Als redactiesecretaris benoemden ze Kloos, die vanaf dan slechts bij hoge uitzondering nog in andere tijdschriften zou publiceren.