Een bijzonder belangrijke factor in de opbouw van Achterbergs reputatie was (weer) een bloemlezing, Rodenko’s Voorbij de laatste stad (1955), de goedkope Ooievaar-pocket vol met Achterbergs poëzie en een gedegen inleiding door Rodenko, waarvan, in elf drukken tot 1976, tienduizenden exemplaren zijn verkocht.
Het boekje had wellicht een vergelijkbare functie als Nieuwe geluiden voor een eerdere generatie lezers en heeft Achterbergs werk wijd bekend gemaakt bij een groot en vooral ook jong publiek. Eerder had Rodenko met Nieuwe griffels, schone leien. Van Gorter tot Lucebert van Gezelle tot Hugo Claus. Bloemlezing uit de poëzie der avantgarde (1954), Achterberg, van wie hij acht gedichten opnam, een plaats gegeven binnen de (grote) traditie van de Nederlandstalige avantgarde.