Kies je taal:

De Kapellekensbaan (La Route de la Chapelle)


1953, prose

Heeft het nog zin om nieuwe boeken te schrijven, of is alles toch al (minstens) een keer gezegd? Het begin van De Kapellekensbaan leest als een programmaverklaring (én als de relativering daarvan).

Overgenomen uit:

De Kapellekensbaan of de 1ste illegale roman van Boontje. Teksteditie en nawoord: Kris Humbeeck en Bart Vanegeren. Amsterdam / Antwerpen, De Arbeiderspers (1996), p. 6-10.

HET BOEK OVER DE KAPELLEKENSBAAN

dat het boek is over de kinderjaren van ondineke, die geboren werd in tjaar 1800-en-zoveel... en die verliefd werd op meneer achilles derenancourt, directeur van de garenfabriek de filature, maar die op het laatste van het boek trouwen zal met het zielige oscarke... over haar broer va­leer-traleer, met zijn monsterhoofd dat van hier naar daar door het leven waggelt, en over meneerke brys die zonder dat hij het wist een der 1ste socialisten was... over haar vader vapeur, die met zijn goddeloze machine de wereld redden wou, en over al wat mij toevallig niet te bin­nen schiet, maar dat in zijn grote lijnen de moeizame opgang van het socialisme wil tekenen, en de ondergang van de burgerij die 2 oorlo­gen op haar kop kreeg en ineenstuikte. Maar daartussen en daarnaast is het ook een boek dat zich veel later afspeelt, in onze moderne dag van vandaag: terwijl ondineke leeft in tjaar 1800-en-zoveel, leven mossieu col­son van tminnesterie, johan janssens de dagbladschrijver, tippetotje de schilderes, mtr. mots en pr. dr. spothuyzen – en gijzelf, boontje – ten huidigen dage, op zoek naar de waarden die waarlijk tellen, op zoek naar iets dat de neergang van het socialisme tegenhouden kan. Maar... de hemel beware er ons voor moest het niet méér zijn dan dat: het is een plas, een zee, een chaos: het is het boek van al wat er op de kapellekensbaan te horen en te zien viel, van tjaar 1800-en-zoveel tot op deze dag. 

 

Hier begint het 1ste hoofdstuk: Lente te Ter-Muren  

 

OVER ALLES EEN GROOT KRUIS

Ge ziet van uit uw open zolderraam hoe het niemandsbos in het rood wordt geverfd door de zakkende zon, en hoort hoe het droefgeestig schaap van mossieu colson van tminnesterie nog een laatste keer blaat vooraleer het achter de knarsende staldeur verdwijnt: en dan schuift ge uw pampierderij opzij en stapt de trappen af, juist als de kantieke schoolmeester de deur openduwt en samen met zijn schone vrouw lucette een beetje van die late rode zon binnenlaat. En al kantiek schoolmeesterachtig met het hoofd schuddend hoort ge hem zeggen:

naar het mij toeschijnt hebt ge daar boven op uw zolder over uw papieren gebogen gehangen om over onze wereld-van-vandaag te schrijven, en ik die al zoveel boeken mis-verstaan heb, weet dat al wat er te zeggen valt reeds gezegd is geweest, ik spreek nog alleens niet van de prediker, van de faustmaker of de waanzinnige hamletspeler... neen onderbreek mij niet, want ik heb dat niet graag, maar zult gij daar op uw zolder groter wijsheid vergaren dan laotse, of kunt gij surrealistisch-erotisch-debieler doen dan het de zangen van maldoror zijn? zult gij de menselijke diepten en hoogten dieper en hoger doorpeilen dan in de demonen van de gebroeders karamazof, zult gij de tijd buiten tijd en ruimte razender achternajagen dan proust, of zult gij het leven binnen tijd en ruimte hardnekkiger geselen dan in de voyage au bout de la nuit? weet gij de ontspoorde mens-in-een-scheve-maatschappij beter in zijn juiste verhouding van levend en denkend dier te plaatsen dan de minnaar van lady chatterley? weet gij nuchterder dan lenin, naturalistischer dan zola, beeldsprakeriger dan de bijbel met de woorden om te springen? is het u mogelijk plechtstatiger en onfeilbaarder te zijn dan de paus van rome, sprookjesachtig onzedelijker dan duizend-en-1-nacht, hemelser dan de navolging-van-christus, sluwer en fijngeestiger dan de reinaert van willem-die-madoc-maakte, tragi-boerser dan de isengrinus van nivardus? en kunt gij moderner ongelovig-schurftiger zijn dan de tropic-of-capricorn?, of romantisch-miserabilistischer dan de-voorstad-groeit?

En als ge de kantieke schoolmeester hoort zwijgen en zijn lippen ziet opeenpersen antwoordt ge: het is mogelijk dat het onmogelijk is om iets nieuwer en juister te zeggen, maar over al het geschrevene daalt het stof der tijden neer, en ik peins daarom dat het goed is als er om de 10 jaar een andere een kruis trekt over al die oude dingen, en de wereld-van-vandaag opnieuw uitspreekt met andere woorden.  

 

ATLANTIC-ATOMIC

Terwijl johan janssens de dichter en dagbladschrijver op zijn blote-voeten-in-sloefen naar u toekomt, al zeggend pff in plaats van goeiendag... en terwijl de kantieke schoolmeester hem antwoordt dat het onweren zal, meer nog kijkend naar de onbewogen ogen van zijn schone vrouw lucette dan naar de lucht die 1 lucht is ginder ver in de verte... terwijl vraagt ge hen wat hun mag believen: ge hebt al iets over de wereldliteratuur gehad, zal het nu weer hetzelfde zijn?

Als ik resumeer wat er besproken werd, zegt johan janssens in zijn schoonste dagbladstijl, dan moet ik de kantieke schoolmeester gelijk geven als hij zegt dat er niets meer te zeggen valt, maar dan kan ik u toch geen ongelijk geven als ge zegt dat al het gezegde ieder 10 jaar zou moeten herhaald worden maar met andere woorden. Ha en als ik het goed voorheb dan komt het hier op neer dat het de vorm is die moet veranderen, want het evoluerend verstand en de blijvende domheid van de mens, alsook het schone geloof in de toekomst en de ketterse twijfel eraan, waren in de antieke-beschaving juist dezelfde als de dag van vandaag in onze hedendaagse-beschaving, maar iemand moet de oude wijn in nieuwe vaten gieten – als ik mij in mijn hoedanigheid van Dichter zo mag uitdrukken – opdat iedereen die er zich aan bedrinkt zou begrijpen dat niet alleen de tovenaarswereld-van-een-atlantic naar de dieperik ging, maar dat de werklozenwereld-van-een-atomic haar op de hielen volgt... hè ik verschiet en ik krijg schrik en ik moet lachen met mijn eigen spiritualiteit... en ik begin rap over iets anders, de vorm dus: als gij het door de kantieke schoolmeester opgesomde wilt opnieuw zeggen, dan zult ge een andere vorm moeten zoeken, maar dewelke? b.v.b. een roman waarin ge alles holderdebolder uitkeert, kwak, gelijk een kuip mortel die van een stelling valt, + ernaast en erbij uw aarzelingen en twijfels omtrent het doel en nut van de roman, + daarbij en daarenboven iets dat ge zoudt kunnen noemen de reis van nihilisme naar realisme – weg en weer, 3de klas – want vandaag is er nog hoop dat de wereld iets wordt maar morgen wordt die hoop terug de bodem ingeslagen... en daarnaast zoudt ge nog kunnen randbemerkingen geven, plotse invallen, nutteloze omschrijvingen, gekapseerde erotische dromen en zelfs dagbladknipsels...

Het is te zeggen iets gelijk wij nu doen, zegt ge... en johan janssens, de kantieke schoolmeester en mossieu colson van tminnesterie kijken u met open mond aan.