Het leven en de dood in de ast vertoont de structuur van een traditioneel toneelstuk, van expositio tot dramatische ontknoping, decoraanwijzingen inbegrepen.
In de tekst zelf wordt trouwens meer dan eens gerefereerd aan de schuur als een toneel waarin een spel wordt opgevoerd, een spel waarin de personages gevangen zitten in hun lot. Een vergelijking met Herman Heijermans’ Op hoop van zegen (1900), een van de meest gespeelde Nederlandstalige theaterstukken, dringt zich op.
Opvallend zijn de gelijkenissen tussen Het leven en de dood in de ast en Of mice and men (1937) van Nobelprijswinnaar John Steinbeck. Er zijn nogal wat parallellen: een korte novelle met een theaterstructuur, arbeidende landlieden die dromen van een eigen stukje landbouwgrond, een hoofdrol voor een man met een verstandelijke beperking, en een niet onbelangrijke rol weggelegd voor de muizen.