De bekendste constante in het werk van Achterberg is zijn poging de verloren geliefde door middel van de taal, de poëzie terug te winnen. Daarnaast of daarna is het protestants-christelijk erfgoed van belang en de tale Kanaäns, alsmede de problematische verhouding van het lyrisch subject tot God. Toch is Achterberg niet zonder meer te typeren als een christelijk dichter.
De eerste evidente referentie aan de bijbel (althans voor een niet-kenner) staat in Eiland der ziel in het tevens eerste expliciet poëticale gedicht: ‘Met dit gedicht...’ Het tekent een centraal conflict in Achterbergs werk: enerzijds de protestants-christelijke overtuiging van de onderworpen positie van de mens ten opzichte van Gods almacht en genade en anderzijds de overtuiging van de leven-scheppende, re-creërende kracht van het poëtische woord.
De menselijke staat is in Achterbergs geval bijzonder precair doordat hij, ontoerekeningsvatbaar, zijn geliefde had omgebracht en haar dochter zwaar verwond.