Kies je taal:
Boonparelduiker

Themanummer 'De Parelduiker' over Boon

Het literair-historisch tijdschrift De Parelduiker heeft een speciaal nummer over Louis Paul Boon gepubliceerd.

Zelf beschouwde Louis Paul Boon zich ‘geen genie of geen zot… ik hou kleinburgerlijk het midden’. Andere keren mat hij zich wel degelijk het revolutionaire air van een rebelse linkse jongere aan.

Maar uit brieven blijkt dat Boon in zijn tienerjaren eerder een zoekende toeschouwer was, die door zo veel mogelijk te lezen een antwoord probeerde te vinden op de grote levensvragen. Zijn wereldbeeld getuigde niet van enig geloof of vertrouwen in de mens, de gemeenschap of een betere wereld. Hij worstelde meer met de ‘Gods-vrage’, met de dood en met een nameloze angst die zijn bestaan steeds meer overheerste.

Later koesterde hij hoge verwachtingen van radicale vernieuwing na de nederlaag van het fascisme, met voor zichzelf een plaats in het wereldje van de Belgische communisten. Maar zijn betrokkenheid bij hen mondde juist uit in zijn ontslag bij de stalinistische partijkrant De Roode Vaan.  Boon paste moeilijk in keurslijven. Van dan af werd hij een literaire zoeker naar eigen tegendraadse waarheden, een zelfverklaarde ‘afbreker’ die naar opbouwende kritiek streefde. Met opportunisme en sarcasme, maar ook gezegend met een enorme scheppingsdrang hield hij ons in De Kapellekensbaan onze wereld en haar bewoners voor. Als geestelijk vader van een nieuwe Jan de Lichte en Reinaert werd hij ‘het sociale geweten van de natie’. De schrijver Boon, zoals hij het zelf omschreef, was ‘een vent die zich meer kwaad maakt, die boeken schrijft waarin hij de maatschappij aanvalt’.

Maar hij was ook het Boontje uit de krant, de columnist, ‘meer een rustig burgermannetje, dat het allemaal met een korreltje zout neemt’. En er waren nog meer Bonen: de nostalgicus en de erotische hunkeraar, de ‘viezentist’, viespeuk-artiest op z’n Vlaams gezegd. Voor de linkse intelligentsia was hij een gewezen wapenbroeder, voor de burgerij een getemde wildeman, de ‘tedere anarchist’. En op de televisie hing hij dan weer de komediant uit à la Godfried Bomans in Nederland. Boon: een literaire kat, gezegend met negen levens.

In deze Parelduiker brengen Kris Humbeeck en Jos Muijres Boon dichterbij via zijn jeugdvrienden: de schrijver in wording en de soms niet al te trouwe vriend. Jo Boon zet daar een getuigenis uit de eerste hand naast van Boon als vader.

En Boon blijkt ook zijn plaats te hebben in Zweden, het land waaruit hem bijna de Nobelprijs voor de Literatuur was toegekomen. Maar in hoeverre leeft Boon dan nog in eigen land? Wordt hij nog gelezen, gekend, herkend? Op zoek naar Boon nu maken we een rondgang door zijn geboortestad Aalst. - de redactie

Inhoudsopgave

Bert Ummelen, Aalst, Boon en de vergankelijkheid. Een wandeling door de stad van Boon

Jos Muijres, Over de bijzondere vriendschap tussen Louis Paul Boon en Karel Colson

Kris Humbeeck, Omtrent Lowie en Morris. Of waarom Louis-Paul Boon brak met zijn beste vriend

Marco Entrop, Het verhaal van een hoorspel (Boon en Belcampo)

Erik van Veen, Wat heeft Boon de Zweden te vertellen?

Kris Humbeeck, Jo Boon over zijn vader

Martine Cuyt, Allemaal Boon(tjes) SCHOON & HAAKS

Jan Paul Hinrichs DE LAATSTE PAGINA

Ben van Melick, Rob Molin (1947-2019)


DIT BERICHT IS OVERGENOMEN VAN DEZE PAGINA